Enkele uren voor de commissievergadering van 16 januari werd, door middel van een raadsinformatiebrief, aangegeven dat het college een –zeer belangrijk- bespreekstuk van de agenda wilde voeren. Het betrof hier het voorstel tot wijzigingen in de Verordening WMO. Op zich kan dat gebeuren, al jaren worstelen alle gemeentes met de extra taken die door de decentralisatie hun kant op gekomen zijn, vooral aan de kostenkant, dus zorgvuldigheid is van groot belang.
Maar: zorgvuldigheid was in dit geval juist ver te zoeken. Het bleek nu dat het hele voorstel was gestoeld op verouderde en dus verkeerde informatie, dus het voorstel was compleet fout. Bizar dat dit door de ambtelijke molen, langs de programmamanager en via de verantwoordelijke wethouder, Mieke Theus, pas bij bespreking in het college opviel. Zoals fractievoorzitter Sieka van Vlerken terecht opmerkte: “hier hebben een hoop mensen zitten slapen”.
Het is bij deze wethouder vaker dat er overhaast op het laatste nippertje voorstellen neergelegd worden bij de gemeenteraad. Denk bijvoorbeeld aan de huisvesting van de Boodschappenmand, waarvan al ruim een jaar bekend was dat er een nieuwe locatie aangewezen moest worden en het huidige, enorm dure, pand bij de raad door de strot geduwd werd. Er was geen keuze, anders kwam de voedselverstrekking in het gedrang en dat kan je als geen enkele fractie verkroppen. Buigen en barsten dus.
Ook bij het aanwijzen van de zendmachtiging voor de lokale omroep werd tot aan de deadline gewacht. Vreemd, want op het moment dat de vergunning afgegeven wordt door het Commissariaat voor de Media weet je ook al precies wanneer die afloopt (5 jaar later). Geen enkel reden dus om op stel en sprong een voorstel te moeten aannemen, zou je zeggen.
Wethouder Theus geeft keer op keer aan haar zaken bij belangrijke dossiers slecht op orde te hebben, maar om een voorstel gebaseerd op verkeerde informatie naar de raad te leiden slaat alles. Met wat zelfreflectie zou ze kunnen, moeten, inzien dat deze functie te zwaar voor haar is.